Menu
Angst, onzekerheid, stress, slapeloosheid, overeten. Soms kan je er zo in vast zitten en je gaan afvragen waarom je er niet uit kan komen.
Is er een lichtpuntje en gaat het weer even goed met je, maar herken je een later moment dat je er weer midden in zit. Een vicieuze cirkel die maar blijft doorgaan.
Of er gebeurt iets waarin je zo (aan) geraakt word dat het je helemaal uit je balans brengt. Dit kan je onzeker maken, een gevoel geven van anders te zijn. Misschien wel minder-waard dan een ander. Deze gevoelens van minder waard zijn duwen we het liefst zo ver mogelijk weg. We gaan situaties uit de weg die moeilijk zijn en ons confronteren met deze gevoelens. Of we meten ons aan de ander en passen ons gedrag daarop aan. Dat kan een hele tijd goed gaan. Maar op den duur zal het lichaam van zich laten horen door signalen van spanning en pijn af te geven. Onder deze spanning of pijn zit wellicht iets wat graag gezien of gehoord wil worden.
Ik ga er vanuit dat iedereen graag gezien wil worden. Dat je je veilig en vrij wil voelen. Hoe spannend dat ook kan zijn, het begint altijd bij jezelf. Kan jij jezelf zien. Mag jij zijn wie je ten diepste wil zijn?
Als we het over trauma hebben, dan kunnen we dat onderverdelen in een type-1-trauma en een type-2-trauma. Type-1-trauma houdt in dat er iets kortstondigs en heftigs gebeurd is, zoals een ongeluk, een ziekte of het verlies van een dierbare. Onder type-2-trauma verstaan we een chronisch trauma, waarbij iemand herhaaldelijk in dezelfde of vergelijkbare situatie verkeert, zoals vernedering, afwijzing of buitengesloten worden.
Wanneer dit in je jeugd gebeurt dan spreken we van een jeugdtrauma of vroegtijdige chronische traumatisering.
Ik ga hieronder verder in op het type-2-trauma.
Als kind ben je afhankelijk van je ouders. Zij zorgen ervoor dat jij op tijd krijgt waar je behoefte aan hebt. Bijvoorbeeld, als baby kun je niet zelf je eten maken en als een 2-jarige peuter valt en pijn heeft, is het fijn als er een volwassene in de buurt is die je kan troosten en vertellen dat het goed komt.
Ik spreek over ouders, maar als er geen ouders in beeld waren, kan je het woord ‘ouders’ ook vervangen door verzorgers.
Als ouders geen aandacht hebben voor de behoeften van hun kind, het herhaaldelijk negeren en hun eigen belangen vooropstellen, dan leert het kind zich aan te passen. Het kind leert dat zijn of haar eigen behoeftes en gevoelens er niet mogen of kunnen zijn. Tegelijkertijd is deze situatie het enige wat het kind kent, het idealiseert daarom de ouders, omdat zij immers de volwassenen zijn en zij weten hoe de wereld werkt. Om toch te kunnen functioneren, ontwikkelt het kind een overlevingsstrategie. Het plaatst de ouders boven zijn of haar eigen behoeften. En om liefde en aandacht te ontvangen doet het kind alles. Het gehoorzaamt zonder vragen, past zich aan aan het humeur van de ouders. Ouders zijn de enige veiligheid van het kind, zonder deze veiligheid bestaat er een kans dat het kind niet overleeft.
Als kind voel je intuïtief aan wat je moet doen om je ouders gelukkig te maken en zo de liefde van de ouders te ontvangen. Zo nam je misschien de rol aan van zorgende, pleaser, bemiddelaar, vredestichter, luisteraar of clown. Uiteindelijk word je zo goed in die rol dat het je identiteit is geworden. Dit is traumatisch voor het kind, doordat het contact verliest met het ware zelf, de eigenheid en verlangens die het heeft. Het leert niet zichzelf te ontwikkelen tot een eigen persoonlijkheid, maar leeft vanuit de overleving; vanuit een aangenomen rol.
Deze rol die je als kind hebt aangeleerd kan op den duur tegen je gaan werken als je volwassen bent, omdat het niet voldoet aan wie jij werkelijk bent.
Diep van binnen zijn we heel en bezitten we een eigen kracht die ons in staat stelt onze diepste verlangens te leven. Dit noem ik je ziel.
Als volwassene kan je problemen ervaren zoals:
Dit kan een gevolg zijn van een traumatische jeugd, doordat je leeft vanuit een overlevingsrol, zoals de rol van pleaser. Je zet je eigen behoeften opzij, omdat je zo gewend bent dat als de ander zich prettig voelt, het dan veilig is voor jou. Traumatische ervaringen laten een onuitwisbare indruk achter in onze ziel en ontwikkelen zich tot een jeugdtrauma. Deze indrukken worden in ons lichaam opgeslagen als herinnering. De angst voor wat er kan gebeuren als de ander het niet naar zijn zin heeft, zit nog opgeslagen in je lichaam en zal jou meteen in je rol van pleaser brengen.
Gelukkig zijn wij mensen veerkrachtig en kunnen we leren om weer meer in contact te komen met onze gezonde delen. Dit kan heel spannend en confronterend zijn. Door in een veilige omgeving eerlijk naar jezelf te kijken en naar de onderliggende patronen en rollen die in jou liggen opgeslagen, is het mogelijk om je weer meer te verbinden met wie jij werkelijk ben